Maatregel rondom Coronavirus: Hoe werkt de werktijdverkorting

Veel bedrijven vragen momenteel werktijdverkorting aan omdat er tijdelijk onvoldoende werk is door het coronavirus. Wat betaal je wanneer de vergunning is toegekend? Een uitleg inclusief praktijkvoorbeelden. En let op: sinds dit jaar gelden nieuwe regels. In veel publicaties op internet wordt nog gerefereerd aan de oude regels.

De werkgever betaalt het normale loon over de uren die de werknemer wel heeft gewerkt op de gebruikelijke betaaldatum uit. Heeft de werkgever werktijdverkorting gekregen, dan hoeven de uren die de werknemer niet heeft gewerkt niet te worden doorbetaald. Deze uren vallen onder de vergunning en hiervoor geldt geen loondoorbetalingsverplichting. De werkgever vraagt aan het einde van de periode waarvoor de vergunning werktijdverkorting is afgegeven een WW-uitkering aan voor de uren die de werknemers niet hebben gewerkt. Die uitkering betaalt de werkgever aan de werknemers uit.

Wanneer en hoeveel betaal je?

Werkgevers zijn dus niet verplicht om de WW-uitkering voor te schieten. Als de financiële positie van de werkgever dat toelaat, dan is dat voor de werknemers natuurlijk wel het meest prettig. Goed werkgeverschap verlangt dat dan misschien zelfs wel van de werkgever.

Werkgevers hoeven op grond van de wet ook geen hoger bedrag dan de hoogte van de WW-uitkering aan de werknemers uit te betalen. Als de financiële positie van de werkgever het toelaat, mag het natuurlijk wel. Werkgevers krijgen over de uren die niet zijn gewerkt in de eerste twee maanden 75% en daarna 70% van het laatstverdiende loon tot het maximum van het maximum dagloon (€ 4.769,34 per maand), mits de werknemer aan de voorwaarden voldoet.

Een paar voorbeelden:

Een werkgever met een vergunning werktijdverkorting kan zijn werknemers nog maar voor 50% inzetten.

  • Bert verdient € 2.500,- bruto per maand.
    De werkgever moet 50% van het loon aan de werknemers doorbetalen, dat is € 1.250,- bruto per maand.
    Voor de overige 50% vraagt de werkgever na het einde van de werktijdverkorting termijn (6 weken) een WW-uitkering van 75% van het laatstverdiende loon as € 1.250,-; € 937,50 bruto per maand.
    Bert verdient in deze maand dus geen € 2.500,-, maar € 2.187,50 bruto.
  • Amir verdient € 6.600,- bruto per maand.
    De werkgever moet dus 50% van het loon aan de werknemers doorbetalen, dat is € 3.300,- bruto per maand.
    Voor de overige 50% vraagt de werkgever na het einde van de werktijdverkorting termijn (6 weken) een WW-uitkering van 75% van het laatstverdiende loon, maar tot het maximum van het maximum dagloon van € 4.769,34 per maand. Dat betekent dat Amir 75% van 50% van € 4.769,34 bruto per maand. Dat is € 1.788,50 bruto per maand.
    Amir verdient deze maand dus geen € 6.600,-, maar € 5.088,50 bruto

Wilt u meer weten? Neem dan Contact met ons op.

Deel op sociale media

Facebook
Twitter
LinkedIn

Gerelateerde berichten

ZOEKEN

LAATSTE NIEUWS

Nieuws categorieën