Vanaf 1 januari 2020 gaat de nieuwe kleineondernemersregeling in voor de BTW. Voor eigenaren van zonnepanelen die de BTW over de aanschaf hebben terug gevraagd, kan dit nadelige gevolgen hebben.
De meeste particulieren zullen een vrijstelling hebben voor het doen van aangifte omzetbelasting. Wanneer er een vrijstelling is voor het doen van btw aangiften, dan gaat de Belastingdienst er automatisch vanuit dat u ook van de nieuwe KOR regeling (OVOB) gebruik gaat maken (u krijgt daarvan nog bericht van de Belastingdienst). Maar in sommige situaties is het niet verstandig om hier gebruik van te maken!
Wat zijn de gevolgen voor het kiezen van de OVOB in combinatie met zonnepanelen?
Door gebruik te maken van de OVOB krijgt u te maken met de zogenaamde herziening van eerder teruggevraagde btw van zonnepanelen. Dat kan betekenen dat 1/5 gedeelte bij niet-geïntegreerde zonnepanelen (bij geïntegreerde zonnepanelen is dat 1/10 deel) van de eerder terugontvangen btw van de zonnepanelen jaarlijks terugbetaald moet worden tenzij dat jaarlijks minder dan € 500 zou zijn. De herzieningstermijn bedraagt 5 jaar bij niet-geïntegreerde zonnepanelen, bij geïntegreerde zonnepanelen 10 jaar. Zodra de herzieningsperiode voorbij is, kan van de OVOB gebruik gemaakt worden.
Voorbeeld berekening herzieningsregeling bij zonnepanelen
Voor niet-geïntegreerde zonnepanelen geldt een herzieningstermijn van 5 jaar. Dat betekent wanneer de zonnepanelen in 2015 zijn aangeschaft, de herzieningstermijn eind 2019 verstreken is. Wanneer de zonnepanelen in 2016 zijn aangeschaft en toen ook in 2016 de btw van aanschaf van zonnepanelen is terugontvangen, dan moet over 2020 1/5 deel van deze teruggevraagde btw van de aanschaf van zonnepanelen in 2016 over 2020 terugbetaald worden aan de Belastingdienst, tenzij dat bedrag € 500 of minder is, dan wordt dat vrijgesteld (btw van de facturen van de zonnepanelen uit 2016 is minder dan € 2500).
Bij geïntegreerde zonnepanelen is de herzieningstermijn 10 jaar, let op: dus niet 5 jaar, (teruggevraagde btw van de facturen van deze zonnepanelen is minder dan € 5.000).
Mogelijke nadelige gevolgen OVOB
Wanneer de grens van deze € 500 per jaar overschreden wordt, is het niet verstandig om gebruik te maken van de OVOB. Immers, u moet dan jaarlijks gedurende de looptijd van de herzieningstermijn deze herzienings-btw terugbetalen aan de Belastingdienst, dat is bij niet-geïntegreerde zonnepanelen 5 jaar, bij geïntegreerde zonnepanelen 10 jaar.
In dat geval moet u de Belastingdienst (vanaf 1 juni 2019) uiterlijk 20 november 2019 laten weten dat u geen gebruik wilt maken van de OVOB. Zodra de herzieningstermijn voorbij is, kunt u zich alsnog aanmelden voor de OVOB (uiterlijk voor 20 november van het laatste herzieningsjaar).
Nadeel is wel wanneer u afziet van de OVOB voor een bepaald jaar u voor dat jaar wel het btw forfait moet betalen (valt nu nog onder de oude KOR-regeling) maar is altijd nog gunstiger dan het terugbetalen van een gedeelte van de oude teruggevraagde btw van de zonnepanelen.
Ook wanneer u overweegt om in 2020 een 2e set zonnepanelen te kopen, is het niet verstandig om gebruik te maken van de OVOB, immers u kunt de btw van de aanschaf van de 2e set zonnepanelen in 2020 niet terugvragen. In dat geval moet u voor 2021 beoordelen of u onder de grens blijft van € 500 of minder, en dan eventueel uiterlijk voor 20 november 2020 de OVOB vrijstelling aanvragen met ingang van 2021, deze OVOB geldt dan minimaal 3 jaar.