De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is aangenomen door de Eerste Kamer. De wet bevat een aantal samenhangende maatregelen. Hieronder de belangrijkste:
- Ontslag wordt ook mogelijk als er sprake is van een optelsom van omstandigheden, de zogenaamde cumulatiegrond. Nu moet de werkgever aan een van de acht ontslaggronden volledig voldoen. Deze nieuwe negende grond geeft de rechter de mogelijkheid omstandigheden te combineren. De werknemer kan maximaal een halve transitievergoeding extra krijgen (bovenop de transitievergoeding), wanneer de cumulatiegrond gebruikt wordt voor het ontslag.
- Werknemers krijgen vanaf de eerste dag recht op een transitievergoeding (ontslagvergoeding), ook tijdens de proeftijd. Nu ontstaat dat recht pas vanaf het moment waarop een dienstverband twee jaar bestaat.
- De opbouw van de transitievergoeding wordt verlaagd bij lange dienstverbanden. Dit is voor iedereen een derde maandsalaris per gewerkt jaar (nu geldt vanaf tien dienstjaren een half maandsalaris per gewerkt jaar).
- De WW-premie wordt voor werkgevers voordeliger als ze een werknemer een vaste baan aanbieden in plaats van een tijdelijk contract. Nu is de hoogte van de WW-premie afhankelijk van de sector waar een bedrijf actief in is.
- Er komt een regeling voor kleine werkgevers om de transitievergoeding te compenseren als zij (of hun erfgenamen) hun bedrijf moeten beëindigen wegens pensionering, ziekte/gebrek of overlijden van de werkgever.
- De opeenvolging van tijdelijke contracten, de ketenbepaling, wordt verruimd. Nu is het mogelijk om aansluitend drie tijdelijke contracten in twee jaar aan te gaan. Dit gaat naar drie jaar.
Meer wijzigingen na de WAB:
- Ook kan de pauze tussen een keten tijdelijke contracten per cao te verkorten van zes naar drie maanden als er sprake is van terugkerend tijdelijk werk dat mensen maximaal negen maanden per jaar kunnen doen.
- Daarnaast komt er een uitzondering op de ketenregeling voor invalkrachten in het primair onderwijs die invallen wegens ziekte.
- Werknemers die op payrollbasis werken, krijgen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever. Ook krijgen ze recht op een adequaat pensioen. De definitie van de uitzendovereenkomst blijft hetzelfde.
- Er worden maatregelen genomen om verplichte permanente beschikbaarheid van oproepkrachten te voorkomen. Zo moet een werknemer minstens vier dagen van tevoren door de werkgever worden opgeroepen. Ook houden oproepkrachten recht op loon als de werkgever het werk minder dan vier dagen van tevoren afzegt. De termijn van vier dagen kan bij cao gaan naar één dag.