Er bestaan veel vragen over BTW bij ondernemers. Welke tarieven gelden en wanneer moet u aangifte doen? Een overzicht van de belangrijkste punten.
Wat is BTW?
BTW staat voor Belasting over de Toegevoegde Waarde. BTW is omzetbelasting. Het is een waarde, die een ondernemer verplicht moet toevoegen aan een product of dienst. Anders gezegd: het verschil tussen zijn inkoopprijs plus onkosten en de verkoopprijs.
Tenzij hij daarvoor is vrijgesteld, moet elke ondernemer deze BTW in rekening brengen over zijn verkopen, ofwel zijn omzet en afdragen aan de Belastingdienst. Daar staat tegenover dat de ondernemer de BTW, die hij zelf heeft betaald als voorbelasting mag aftrekken.
Dit gebeurt in elke schakel van de productieketen, van fabrikant naar groothandel naar winkel. Uiteindelijk is het de consument, die het gehele BTW-bedrag moet betalen.
En daarmee zijn we beland bij wat de BTW werkelijk is: een verbruiksbelasting. Consumenten, wat zowel particulieren als bedrijven kunnen zijn, kopen diensten of producten en moeten over het verbruik daarvan belasting betalen. De ondernemer is in feite degene die deze belasting int en afdraagt aan de Belastingdienst.
BTW-nummer
Niet iedere ondernemer krijgt een BTW-nummer toegekend. Dit hangt af van het soort beroep dat wordt uitgeoefend en de activiteiten die worden uitgevoerd. Een natuurlijk persoon of eenmanszaak kreeg vroeger een BTW-nummer dat bestaat uit de cijfers van het burgerservicenummer (het vroegere sofinummer) en de code B01.
In 2020 is dit veranderd en nu hebben ook deze ondernemers een uniek BTW-nummer.
Een startende ondernemer krijgt het BTW-nummer ongeveer een week na de inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Hij hoeft daarvoor niet naar de Belastingdienst.
Vrijgesteld van BTW
Bepaalde goederen en diensten zijn vrijgesteld van BTW. Bijvoorbeeld journalisten, artsen en verzekeringsadviseurs mogen geen BTW heffen en ook geen BTW aftrekken over hun zakelijke aankopen.
Let op: U bent altijd verantwoordelijk voor de BTW die u betaalt. Als u bijvoorbeeld een adviseur inhuurt die vrijgesteld is van BTW maar toch BTW heft, zal de Belastingdienst deze BTW niet aan de adviseur, maar aan u terugvorderen. Zonde van het geld. Vraag bij twijfel uitsluitsel bij de Belastingdienst.
BTW-plichtig
Als u BTW-plichtig bent, moet u BTW rekenen over de goederen die u heeft geleverd of de diensten die u heeft verricht. U vermeldt de BTW op de factuur. Het voordeel is dat u de BTW die u zelf over uw zakelijke aankopen betaalt, mag aftrekken van uw omzet. Vraag bij zakelijke aankopen altijd om een BTW-bon met het gespecificeerde BTW-bedrag voor uw administratie.
Vrijgesteld en BTW-plichtig
Van deze mengvorm is sprake als u bijvoorbeeld in een jaar vooral vrijgestelde activiteiten verricht maar ook een paar BTW-plichtige klussen aanneemt. U mag dan helaas niet álle in het jaar betaalde BTW aftrekken, maar alleen die betaalde BTW over zaken die te maken hebben met de BTW-plichtige klussen.
BTW-tarieven
De Belastingdienst heeft vaste BTW-tarieven opgesteld voor producten en activiteiten. Het komt daardoor voor dat een ondernemer verschillende tarieven moet hanteren. Een kapper rekent bijvoorbeeld 9% BTW over het knippen en wassen van haar, maar 21% over het aanbrengen van hair-extensions of de verkoop van verzorgingsproducten.
Het algemene tarief van 21%
Dit geldt voor dienstverlening en producten. Een fotograaf mag bijvoorbeeld over zijn werk 21% BTW rekenen. De eigenaar van een webwinkel in woonaccessoires rekent hetzelfde over zijn producten.
Het verlaagde tarief van 9%
Voor sommige goederen en diensten geldt het verlaagde tarief van 9%. Dit zijn aangewezen goederen en diensten zoals bijvoorbeeld voedingsmiddelen, geneesmiddelen, boeken, treinkaartjes, fietsenmakers, schoenmakers en kappers.
Het nultarief
Dit geldt als u zaken doet met het buitenland en bijvoorbeeld goederen uitvoert. Het kan voorkomen dat u op een factuur verschillende BTW-tarieven voor verschillende diensten moet toepassen. U moet dit apart registreren in uw boekhouding.
Privé en zakelijk
U kunt de BTW over goederen en diensten die u alleen privé gebruikt niet aftrekken als voorbelasting. Gebruikt u de goederen of diensten zowel privé als zakelijk, zoals een laptop of een telefoon, dan mag u alleen de BTW aftrekken over het zakelijke gebruik.
Aangifte per maand, kwartaal of jaar
Een vuistregel voor de aangifteperiode van de BTW is: hoe hoger het af te dragen BTW-bedrag, hoe vaker u aangifte moet doen. De Belastingdienst stelt daarbij het tijdvak vast. In de regel zal dit een kwartaal zijn, maar als u regelmatig over die periode meer dan € 7000,- moet betalen, zal dat elke maand worden. Dit kan ook gebeuren als u te vaak te laat heeft betaald.
Speciale regeling
Sinds 1 januari 2011 mogen BTW-ondernemers die maandelijks aangifte doen en BTW afdragen, kiezen voor kwartaalaangifte en -betaling. Dit biedt de mogelijkheid om de betaling van BTW-afdracht uit te stellen. De BTW die over de eerste en tweede maand van een kwartaal verschuldigd is, hoeft immers pas te worden betaald tegelijk met de verschuldigde BTW over de derde maand.
- Als u per jaar minder dan € 1.883,- aan BTW moet betalen, dan zal het aangiftetijdvak meestal een jaar zijn.
Ook aangifte doen bij geen omzet
U moet zelf berekenen hoeveel BTW u moet betalen voor zaken in uw onderneming en moet dit bedrag zelf aangeven. Ook als u in een tijdvak geen omzet heeft gedraaid of geen BTW hoeft te betalen, moet u aangifte doen.
Als u geen aangifte doet, krijgt u een naheffingsaanslag waarbij de Belastingdienst zelf het bedrag schat. Ook kan er een boete worden opgelegd.
Heeft u vragen? Neem vrijblijvend contact met ons op voor aanvullende informatie.
Bron: De Zaak